
Gegevensgebruik beheren
U kunt de hoeveelheid gegevens bijhouden die van en naar uw apparaat gedurende een
bepaalde periode wordt overgebracht via uw mobiele gegevensverbinding of Wi-Fi®-
verbinding. U kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid gegevens weergeven die door individuele
applicaties wordt gebruikt. Voor gegevens die via uw mobiele gegevensverbinding wordt
overgebracht, kunt u ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te
voorkomen.
Door de instellingen voor gegevensgebruik aan te passen, hebt u meer controle over het
gegevensgebruik. Dit garandeert echter niet dat u geen extra kosten zult oplopen.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Datagebruik.
3
Selecteer een simkaart.
4
Sleep de schuifregelaar naast
Mobiel dataverkeer om gegevensverkeer in of uit te
schakelen.
Als gegevensverkeer is uitgeschakeld, kan het apparaat nog altijd Wi-Fi®- en Bluetooth®-
verbindingen gebruiken.
Een waarschuwing voor gegevensgebruik instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op
Instellingen > Datagebruik.
4
Selecteer een SIM-kaart.
5
Sleep de waarschuwingslijnen naar de gewenste waarde om het
waarschuwingsniveau in te stellen. U ontvangt een waarschuwingsbericht
wanneer de hoeveelheid gegevens het ingestelde niveau nadert.
32
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Een limiet voor mobiel gegevensgebruik instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op
Instellingen > Datagebruik.
4
Selecteer een SIM-kaart.
5
Markeer het selectievakje
Mobiele datalimiet instellen indien dit is uitgeschakeld
en tik vervolgens op
OK.
6
Om de limiet voor mobiel gegevensgebruik in te stellen, sleept u de betreffende lijn
naar de gewenste waarde.
Wanneer uw mobiele gegevensgebruik de ingestelde limiet bereikt, wordt het mobiele
gegevensverkeer op uw apparaat automatisch uitgeschakeld.
Het mobiele gegevensgebruik van individuele applicaties beheren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Datagebruik.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik daarna op de gewenste applicatie.
5
Markeer het selectievakje
Achtergronddata beperken.
6
Voor meer specifieke instellingen voor de applicatie (indien van toepassing) tikt u
op
Instellingen voor app weergeven en brengt u de gewenste wijzigingen aan.
De prestaties van individuele applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreffende
instellingen voor gegevensgebruik wijzigt.
Gegevens die via Wi-Fi® zijn overgebracht, weergeven
1
Tik vanaf het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen > Datagebruik.
3
Tik op en schakel vervolgens het
Wi-Fi-gebruik weergeven-selectievakje aan als
dit is uitgeschakeld.
4
Tik op het tabblad
Wi-Fi.